Volledig vernieuwd (mooi)
|
De oude glorie gerenoveerd
| |
Ga je mee, maar niet naar de zee?
|
Controle is er overal.
|
Waar staan de bankjes?
|
De Fontijn.
| |
Fontijnen
|
Pompeuze beelden.
|
Eindelijk rust.
|
Een postduif?
|
De afdeling "wilde dieren".
|
Zeg, wa gebeurt er als ge ne twiede puut intrekt.
|
Zoo wild zien ze er niet uit.
|
Darwin met een mooi exemplaar
|
Warm, mensen, niet te doen.
|
Ik ben hier de baas.
|
Ah, water.
|
Ik heb dat niet nodig.
|
Ne schuune vent, he.
|
Mijn buitenverblijf is niet slecht, he
|
Over mij heeft dien ouden niet gesproken, zeker.
|
Eindelijk rust.
|
Aan wie zeg je het.
|
Panter is ook goed.
|
Mijn daaglijkse wandeling.
|
Nog 10 rondjes.
|
Veel lekkere hapjes!
|
Als ik maar eens 5 minutten tijd heb.
|
Pasop, ik ben geen panter.
|
Maar een tijger.
|
Waarom, dat weet ik niet.
|
Ons noemen ze pelikanen.
|
Da ien pluimke, te's nie te doen.
|
Laat ons slapen.
|
Wij ligen hier fris.
|
Ik kan op hun rug zitten.
|
Stel u voor, dat die kinderen in het water kwamen.
|
De flora.
|
Drinken met zo'n weer, heerlijk.
|
Ik ben al zo stijf als wat.
|
Onze achterkant is ook niet lelijk.
|
Weer flora.
|
En nog flora.
|
Ja, da es mijne schuunsten kant
|
Nee, wij hebben onze piama niet aan.
|
Zo braaf ben ik niet.
|
Wij zijn de grootste.
|
Wij zijn hier met vijf.
|
Kan het nog hoger.
|
Wat staat daar allemaal te kijken.
|
Dat is al een oude.
|
Wat zit er daar allemaal in.
|
Voor ons is het ook warm.
|
Ik ben mama geworden.
|
De dochter ben ik.
|
Misschien ben ik de vader.
|
Werken dat kennen ze niet.
|
Werken wat is dat?
|
Veel plaats is er niet.
|
Nu gaan we naar de vogels.
|
Eindelijk rust.
|
Als dat een vogel is, dan ben ik een muis.
|
Dat moet jij weten.
|
Ne beufel mee ges in zijn muile.
|
Hier zitten de nonnen.
|
Het zijn wel koningspinguins.
|
Zijde gij uuk ne pinguin?
|
Protesteren, het is hier te koud.
|
Dat is denken dat hij dat ondekt heeft.
|
Mee die kleren go'de nie lange leven.
|
Veel kleine viskes.
|
Ge moet noar diene platte kijken.
|
Woare?
|
Ah kijk, hij es wig.
|
Ik ben een ster.
|
Zie jij ergens rood.
|
Die koe is voor mij.
|
Ik ben een stofzuigervis.
|
Hier wonen wij.
|
Regen hebben wij nodig.
|
Mijn stekels zijn dodelijk.
|
Have you seen Nemo.
|
Vrie gevoolijk z'n raceboane.
|
Trekt meer op een bus
| |