In Friesland was twee jaar daarvoor Melkweg ontstaan op initiatief van transportondernemer Jan Wiersma uit Bolsward, die de kansen zag in het nieuwe type vervoer van de melk van boerderij naar fabriek: de rijdende melkontvangst (rmo). Hij betrok in het plan de ondernemingen Veenstra uit Heeg, Kuipers uit Oosterzee en Doorenbos uit Bolsward.
Na een paar jaar ontviel Kuipers deze samenwerking.
Terwijl de rmo's in stormachtige ontwikkeling waren, moest het bedrijf in Zwolle hoognodig gemoderniseerd worden. Financieel kon dat niet beide tegelijk en zodoende duurde het lang voordat Melkweg Zwolle een bedrijf met modern materieel werd.
Jansen had alleen motorwagens met aanhangwagens; 10 leken wegwaardig. De tanks waren van aluminium en slechts één combinatie had geïsoleerde tanks. Er waren vier Magirussen (nrs 2 t/m 5), drie Volvo's (nrs1, 7 en 8) en drie DAFs (6, 9 en 10). De oudste Volvo werd al gauw stil gezet.
Twee lichte Magirussen werden in '72 en '73 vervangen door tweedehands Scania' L76 motorwagens, maar ook de twee zwaardere 8-cylinders Magirussen bleven niet lang. Eind '73 kwam er een tweede DAF 2600 trekker met een Hobur rvs oplegger van 30.594ltr (beide met nr 14).
Pas in mei en september 1975 kwamen er weer nieuwe wagens: twee Scania moterwagens van het type 111, met maar vijf versnellingen (nrs 15 en 16). Met ruim 25 en 26.000ltrs aan tankinhoud waren hun prestaties bescheiden. Vanaf 1976 kwamen er alleen maar meer trekkers met rvs opleggers. Bij de opening van de (ver-)nieuwde bedrijfsgebouwen in 1976 is er een overzichtsfoto van de tankwagens gemaakt. In 1986 is dat nog eens gedaan bij de pensionering van L.Wildschut, de eerste directeur.
