Vervolg: "SATANS HERKANSING, KINDEREN VAN HET LICHT, KINDEREN VAN DE DUISTERNIS.
De mensheid wordt vanaf haar bewustwording besmet met satans geest. Satan neemt de mensheid in zijn bezit. Al zijn donkere eigenschappen komen daardoor in de mensheid tot uiting. Zijn macht ligt verdeeld over al die miljoenen mensen uit het heden en het verleden. Dat is precies wat er in Genesis bij de boom van goed en kwaad plaatsvond. Satans macht werd opgesplitst in miljarden, fysiek van elkaar gescheiden wezens. Dat is ook de reden voor de voortdurende strijd in deze wereld, de strijd in onze eigen harten en de onderlinge strijd. Satan is in zichzelf verdeeld, waardoor de mens in zichzelf verdeeld is.
"IK FORMEER HET LICHT EN SCHEP DE DUISTERNIS. Zegt God.
JEZAJA 45:7 "Ik formeer het licht en schep de duisternis. Alle duistere eigenschappen van satan zijn gefragmenteerd verspreid over de gehele mensheid. Elk afzonderlijk mens heeft de vrijblijvende keuze om zich te verzetten tegen het boze van satan in zichzelf. Jezus heeft door zijn eigen voorbeeld, onder precies dezelfde voorwaarden en moeilijkheden als die voor ons gelden, bewezen, dat het mogelijk is om het donkere (satan) in de mens om te vormen tot Licht. In totale vrijheid van keuze, niet verplicht of opgedrongen, maar uit geloof en overtuiging.
Van oorsprong is de mensheid één wezen, zoals ook satan voor zijn val één wezen was. Hij was een Lichtbrenger, een Morgenster, vol van wijsheid, volkomen schoon, volmaakt van gestalte, zo werd hij door God geschapen. En zo zal God hem weer formeren door tussenkomst van de mensheid. En alle duistere eigenschappen, ongerechtigheid, hoogmoed, zelfzucht en als laatste de dood zelf, worden in de poel van het alles verterende vuur geworpen. Het vuur van de Goddelijke Liefde.
Zodat de mensheid weer wordt zoals God het bedoeld heeft, "één wezen.
Mattheüs 16-23 Weg daar achter Mij satan (mens) je bent een struikelblok voor Mij, want jou gedachten zijn niet Gods gedachten maar die van mensen (satan). Genesis 4 vers 6 2e deel.
Mattheüs 15,17,18,19,20. Want uit het hart komen slechte gedachten.......Dat zijn de dingen die de mens onrein maken. Marcus 7,15 tem.23
Jan van de Laar
|
