De meesterwerken van een Groot "Kunstenaar.

6e Dag 6e lichtperiode` 1e Dagdeel: Genesis 1:24-25 Hij schept " zichzelf voortplantend vee, kruipend en wild gedierte.

6e Dag` 2e Dagdeel: Genesis 1:27-28 Hij schept man en vrouw: Genesis 2:21-22

Er is een duidelijk verschil tussen het voedsel dat voor mensen en het voedsel dat voor dieren bestemd is. Het fysieke anatomische ontwerp van het gebit en dat van de inwendige spijsverteringsorganen is per ontwerp aangepast aan het specifieke voor hun bestemde voedsel. De mens was voor de zondenval een herbivoor, wat betekent dat hij alleen van planten en vruchten leefde. Zijn darmstelsel houdt in lengte het midden tussen dat van een carnivoor (vleeseter) en dat van een herbivoor (planteneter). Zijn gebitsanatomie en spijsverteringssysteem is ongeschikt om rauw vlees te eten.

In Genesis 1:29 zegt God "Al het zaaddragende gewas en alle vruchten van zaaddragende bomen zal u tot voedsel dienen`. Zaaddragend houdt hier een belofte in.

Mensen kunnen zowel van vlees alsook van alleen gewassen en vruchten leven. Mits het vlees wordt aangepast door het voor te bereiden door het te koken of te braden. 

Na de zondeval wordt de mens een omnivoor ofwel alleseter. In Genesis 9:3 zegt God  "Alles wat zich roert, wat leeft, zal u tot voedsel dienen, evenals het groene kruid`. Het voedsel dat van oorsprong voor de dieren bestemd was werd van dan af ook het voedsel voor de mens.

Alle zichtbare en onzichtbare fysieke veranderingen zijn een antwoord van de geestelijke ontwikkelingen en vinden hun oorsprong in de keuzes die de vrij denkende mens zelf maakt. Het stoffelijke wordt beheerst en gestuurd door het menselijke denken en dat laat weer zijn sporen achter in de wereld om hem heen. Het vormt daardoor onze leefomgeving. Genesis 9:3 is daarom ook geen opdracht van God, maar een voorspelling voor de toekomst. Die direct te maken heeft met de gedragsverandering van de mens ( zondeval). Dieren met een voorop vastgesteld gedrag werden tot zijn voorbeeld geschapen, de reine en de onreine, om hem het verschil te laten kennen tussen goed en slecht. Hij ontving ze van God als een geschenk en gaf ze zelfs hun namen. Maar hij wilde van hen niet leren, ja nam zelfs hun gedrag over, er wachtte hun een grote onderdrukking en afslachting voor menselijke consumptie. Mensen gedragen zich veelal als dieren daarom werd de mens in Genesis 9:3 qua geestelijke ontwikkeling gelijkgesteld aan de dieren.

Jan van de Laar Weert.