HET DEEL VAN MIJ DAT NOOIT GENEEST EN DAAROM VERDWIJNT. Mensen lijken afzonderlijk van elkaar te bestaan en te functioneren, maar zijn zeer sterk met elkaar verbonden, beter gezegd tot elkaar veroordeeld. Het collectieve gedachtengoed van de mens treed op als één, met, "of tegen elkaar opererend massa mechanisme, dat steeds opnieuw via allerlei ingewikkelde bedenksels het aanzien van de wereld veranderd. Ieder uniek mens heeft daar zijn aandeel in, afhankelijk van persoonsgebonden perceptie en positie van hun machtsgebied in onze maatschappij. Vaak is dat niet afhankelijk van en in balans met, de geestelijke ontwikkeling van de betreffende machtspersonen. Wat duidelijk wordt uit hun geestelijke keuzes die zich in onze wereld manifesteren. Andere mensen ondervinden daar dan hinder van. De huidige bezit en graaicultuur, is daar een bizar voorbeeld van.
Onderlinge verdeeldheid samen met het, 'tot elkaar veroordeeld zijn is, hoe tegenstrijdig dit ook moge lijken, een voorwaarde tot geestelijke groei. Perceptie is onze drijfveer tot handelen, bepaald door aangeleerd gedrag, opleiding, waarden, normen en karaktereigenschappen. Objectieve gegevens of ervaringselementen kunnen als subjectief worden ervaren of tegenovergesteld en kunnen ten opzichte van de overkoepelende gemeenschap de verkeerde handelingen uitlokken. De werkelijkheid wordt niet meer als zodanig ervaren en men creëert daardoor een zogenaamde blinde vlek. De beperkte menselijke zintuigen met hun koppeling naar uiterst complexe verwerkingsmechanismen zijn hier mede debet aan. Dieren bezitten net als wij zintuigen, soms zijn die veel fijngevoeliger als die van ons. Een arend bij voorbeeld heeft een veel beter gezichtsvermogen dan de mens, het reukvermogen van een hond is vele malen sterker als dat van de mens en sommige soorten vlinders zijn in staat om over kilometers afstand signalen van een paringspartner op te vangen. De dierlijke zintuigen zijn erop gericht om de soort te laten overleven.
Is er wat mis met de mens, de kroon op Gods schepping? Ons fysieke lichaam is niet in staat om de objectieve werkelijkheid te kunnen of willen ervaren. Daarvoor is nog een ander element nodig, de Geest van het bewustzijn. Bewustzijn bestaat in en buiten het lichaam, het is de levensadem die zegt "TO BE, de tweede onstoffelijke ik die als het ware buitenom het vlees bestaat, maar tegelijkertijd ook de persoon zelf is. Bewustzijn kan zonder lichaam bestaan. Ons contact met het hogere (het geloof in God) vormt dat hogere bewustzijn dat buiten het lichaam existeert, maar in datzelfde lichaam wordt gevormd. Vergelijkbaar met een akker die gewas voortbrengt. Het zaad ontkiemt in de aarde en de planten onttrekken daaruit hun vocht en voeding. Alles wat de plant al in het zaad was rolt zich uit met behulp van de voedingsstoffen en het vocht uit de aarde. Daarbij komt nog een heel belangrijk extern aspect wat het fotosyntheseproces wordt genoemd. Dat is een samenwerking tussen het zonlicht en het bladgroen van de planten zelf. DE MENS: In vergelijking vindt dat externe samenwerkingsproces ook bij de mens plaats. Licht, ofwel de waarheid komt van buiten de mens in de hoedanigheid van Gods eigen scheppende Geestelijke kracht. Het is diezelfde Geest die de aarde en al het zichtbare schiep. Die oppermachtige maar tevens nederige Geest wordt door God aan Zijn schepping toegevoegd. Om daarmee de enige waarheid die tevens ook de werkelijkheid is voor mensen toegankelijk te maken. Dat is alleen mogelijk met Gods geestelijke zintuigen, Zijn ogen en oren.
Het stoffelijke lichaam met haar beperkte fysieke zintuigen is niet meer of minder dan een vervoermiddel, dat mogelijkheden biedt om het bewustzijn de nodige ervaringen te laten opdoen. Het geestelijke zaad zal zich gedurende het levensproces gestaag uitvouwen. Het tijdelijke lichaam is de voedingsbodem waar het in groeit. Naarmate de levensduur wegtikt verliest het lichaam aan energie en kracht. Veroudering en verdwijning is ingesloten, om plaats te maken voor een ultiem eeuwig en geestelijk lichaam wat nu nog niet in zijn volheid, deels` in en deels buiten ons, existeert. Maar in de toekomst als een afgerond voltooid Goddelijk geschenk voor ons klaar ligt. Dat nieuwe lichaam is compleet in horen, zien, ruiken voelen en handelen. Niet meer gebonden aan stoffelijkheid, aan ruimte, tijd, of ook maar enige andere dimensie, heeft geen beperkt bewustzijn meer maar een eeuwigdurend voortbestaan. De versluieringen die het fysieke lichaam verblinden zijn opgeheven en het zicht wordt puur, geheel en al doordrenkt met Gods eigen oneindige liefde. Wij zullen Hem kunnen zien omdat Hij ons kent.
Wat geen oog heeft gezien en wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft Hij voor ons bereid. Als er dan nog een tijdsbeleving zou bestaan, zou iedere seconde een feest zijn. Openbaring: 21 vers5 En Hij die op de troon zetelt zei, ZIE IK MAAK ALLES NIEUW.
Jan van de Laar
|