Sloten
Sloten kleine stad in de Zuidwesthoek
Friese parel in Neerlands kroon.
Met je grachtenhuizen aan het Diep,
Je oude bomen langs het water,
De bolwerken waar ik eens liep.
Het muzeum, de molen
En het oude vissershuis,
Waar, als er vis gevangen was
Het vuur werd opgestookt
En in een vuurton paling
Werd gerookt.
Sloten zomers in de zon gelegen
Trekpleister voor menig toerist.
Waar op vrijdagavond het kanon
wordt afgeschoten.
En de stadsoproeper vertelt
Over Sloten en zijn geschiedenis.
Waar muziek klinkt langs de gracht
En men aanschuift op het terras.
De mensen genieten en er is plezier
Zij eten, drinken koffie
En menig glaasje bier.
Ik droomde van dat kleine stadje Sloten
Met zijn jachthaven en zijn ophaalbrug.
Waar de brugwachter keer op keer
De vele boten laat passeren die op weg
Zijn naar het Slotermeer.
Van de mensen die mij vriendelijk groetten
Toen ik hier op vacantie was.
Ik kon er niet meer aan ontkomen
Ik moest en zou in deze
Friese parel wonen.